Romeinsch geschiedschrijver, was van 210—208 v. Chr. onder den consul M.
Valerius Laevinus op Sicilië en in Beneden-Italië praetor en propraetor, en werd later eenigen tijd door Hannibal gevangen gehouden. Hij schreef romeinsche annalen in de grieksche taal.Een andere Lucius Cincius schreef ten tijde van Augustus meerdere taalkundige, oudheidkundige, staatsrechtelijke en rechtsgeleerde werken {De verbis prisds; De fastis; De comitiis; De consulum potestate; De officio juris consulti enz.), hij wordt ook vermeld als schrijver van annalen, die wellicht slechts een bearbeiding van bovengenoemden schrijver waren; de fragmenten dezer annalen werden door Peter opgenomen in Historicorum Rom/morum reliquae (dl. 1, Leipzig 1870), die der oudheidk. en rechtsgeleerde werken door Huschke in Jurisprudentia antejustinianae quae supersunt (5<L druk, 1886).