Gepubliceerd op 23-02-2021

Louis matthieu van molé

betekenis & definitie

(graaf) fransch staatsman, geb. 24 Jan. 1781 te Parijs, publiceerde 1806 Essais de morale et de politique (2de dr., Parijs 1809), waarin hij voor een gematigde monarchie pleitte. Hierdoor werd de aandacht van Napoleon I op hem gevestigd, en M. werd auditeur in den raad van state, kort daarop maître des requêtes, 1807 prefect van het departement Côte d’Or, 1809 staatsraad, vervolgens ook directeur van den bouw van wegen en bruggen en graaf.

In 1813 benoemde de keizer hem tot minister van justitie en 20 Nov. tot grandjuge. Na den val van Napoleon legde M. zijn waardigheden neder en sloot zich bij de gematigde royalisten aan; het ambt van directeur van den bouw van wegen en bruggen bekleedde hij ook na den slag van Waterloo. Lodewijk XVIII verhief hem 17 Aug. 1815 tot pair; 1817 werd hij minister van marine, doch legde 1818 tegelijk met Richelieu zijn portefeuille neder. In het eerste kabinet van Lodewijk Philips kreeg hij de portefeuille van buitenlandsche zaken, doch moest reeds 2 Nov. 1830 voor den hertog van Broglie wijken; toen het ministerie-Thiers 25 Aug. 1836 aftrad, vormde M. in verbinding met de doctrinairen een kabinet, waarin hijzelf het presidentschap en buitenlandsche zaken aanvaardde; eveneens vormde hij na ontbinding van dit kabinet het nieuwe van 15 April 1837, welks definitief aftreden 9 Maart 1839 plaats had, nadat de verkiezingen ongunstig waren uitgevallen. Na de Februari-revolutie 1848 werd M. in Bordeaux tot afgevaardigde zoowel in de constitueerende als in de wetgevende nationale vergadering gekozen, trok zich na den staatsgreep van 2 Dec. 1851 in het private leven terug en overl. 25 Nov. 1855 op zijn slot Champlatreux; sedert 1840 was hij lid der Académie française. Er verschenen van M. nog Discours politiques et académiques.

< >