Gepubliceerd op 20-01-2021

Louis m. a. couperus

betekenis & definitie

Nederl. romanschrijver, geb. 10 Juni 1863 in Den Haag, bracht zijn jeugd in Indië (te Batavia) door, keerde naar Nederland terug, en debuteerde op 20-jarigen leeftijd met een bundel gedichten: Een Lent van Vaerzen, waarop in 1887 een tweede bundel: Orchideeën volgde. Levendigheid van verbeelding aan een verfijnden stijl parende, meester in het moderne kunstproza zoowel als in het weergeven van den luchtigen conversatietoon, en doordrongen van den geest en de tendenzen der fransche en Scandinavische literatuur, neemt hij een eerste plaats in onder de jong-nederlandsche romanciers; verscheidene zijner werken werden reeds meermalen herdrukt; vele werden ook in andere talen overgebracht; de voornaamste zijn: Elina Vere (eersteling, 1888, 4de druk 1898, blikken in het Haagsche leven), Noodlot (1890, duitsch Schicksal, Stuttgart, 1892), Extaze (novelle, 1891, duitsch Extaze, 1895), Eene Illuzie (1892, duitsch Eine lllusion), Majesteit (roman 1893, duitsch, Dresden 1895, fransch Majesté, 1898, een zijner hoofdwerken), Wereldvrede (1894, duitsch, 1895), Metamorfoze (autobiographische roman, 1897), Fidessa (1899), Psyche (1899), Langs lijnen van geleidelijkheid (1900), Babel (1901); verder: Van de prinses met de blauwe haren („De Gids”, 1901), Van de onzalige erfenis („De Gids”, 1902) enz.

< >