Lopez dominguez

betekenis & definitie

Spaansch generaal, geb. omstreeks 1825, werd in 1850 luitenant bij de artillerie, maakte den marokkaanschen oorlog mede en nam in 1868 onder zijn oom Serrano deel aan de revolutie, die den troon van Isabella omverwierp ; Serrano benoemde hem tot brigade-generaal ; als zoodanig vocht hij in 1873 tegen den commune opstand, dwong Cartagena tot overgave (12 Jan. 1874), en bestreed daarna in de baskische prov. onder Serrano en Concha de Karlisten; onder Alfonso XII aanvaardde hij als een der leiders van de dynastische linkerzijde 13 Oct. 1883 in het kabinet-Possada de Herrera de portefeuille van oorlog; zijn dekreet, volgens hetwelk geen der hoogere kommando’s langer dan 3 jaren in dezelfde handen mocht blijven, veroorzaakte groote opschudding, daar hierdoor vele generaals ter beschikking werden gesteld; 18 Jan. 1884 trad hij tegelijk met het geheele kabinet af; in 1886 werd hij in de kamer van afgevaardigden gekozen, waar hij met Romero-Robledo de Spaansch-nationale partij stichtte. Van Dec. 1892 tot Maart 1895 was hij in het kabinet-Sagasta weer minister van oorlog; in Jan. 1896 werd hij tot maarschalk benoemd.