graafschap van Ierland, provincie Ulster, begrensd ten noorden door den Atlantischen oceaan, groot 38 vierk. mijlen. Door een bergketen wordt het graafschap in twee deelen gescheiden, o. ligt het dal van de Bann en w. de dalen van de Boe, Faughan en Foyle.
De landbouw levert er vooral tarwe, haver, vlas en aardappelen; er worden ook veel eieren uitgevoerd. Verschillende spoorwegen doorsnijden het graafschap. De voornaamste steden zijn Londonderry en Coleraine. Het graafschap heeft 154.000 inw. 2) Iersche stad en rivierhaven, hoofdplaats van het graafschap Londonderry, aan de Foyle. Buiten de wallen en bastions liggen tegenwoordig groote voorsteden. De voornaamste gebouwen zijn een kathedraal van 1663, het bisschoppelijk paleis, een in 1823 herbouwd stadhuis.
Ook zijn er eenige fabrieken van linnen en een uitgebreide branderij. Artikelen van uitvoer zijn meel, eieren en boter, kaas, vet, vlas en linnen. Londonderry drijft vooral handel op Liverpool, Glasgow, Greenwich en Campbelton, met welke steden geregeld stoombootverkeer onderhouden wordt. In de geschiedenis is de stad bekend door het beleg, dat zij in 1689 onder aanvoering van Walker tegen de troepen van Jacobus II uithield; 31.000 inw. 3) Kaap in de britsche kolonie WestAustralië, N.-Holland, 13° 44' Z.B. en 126° 27' O.L.