Gepubliceerd op 23-02-2021

Lolium

betekenis & definitie

L., raaigras, plantengeslacht van de familie der Gramineeën, met een 20-tal soorten in Europa, Noord-Afrika en gematigd Azië, vanwaar verscheidene naar Amerika, Australië en Zuid-Afrika zijn overgebracht; het zijn eenjarige of overblijvende grassen met rechte, platgedrukte aren, waarvan de afzonderlijke aartjes 2-rijïg zijn. In Nederland komen voor: L. per enne, het engelsche raaigras, ook muizenkoorn en smeerraai geheeten, een goed voedergras, met 30—60 centim. lange, gladde halmen; L. multiflorum of italieum, het ital. raaigras, met ruwen stengel, eveneens veelvuldig gekweekt als veevoeder; L. temulentnm, de hondsdravik of dolik, een eenjarige vergiftige plant tusschen het koren (vrij zeldzaam), 30—80 centim. lang (zie plaat Gramineeën I, fig. 4); haar narcotisch-giftige zaden verwekken bij mensch en dier braking, bezwijming, slaapdronkenheid, convulsies, enz.; L. linicola, het vlas-raaigras, voorkomend tusschen het vlas.

< >