L., raaigras, plantengeslacht van de familie der Gramineeën, met een 20-tal soorten in Europa, Noord-Afrika en gematigd Azië, vanwaar verscheidene naar Amerika, Australië en Zuid-Afrika zijn overgebracht; het zijn eenjarige of overblijvende grassen met rechte, platgedrukte aren, waarvan de afzonderlijke aartjes 2-rijïg zijn. In Nederland komen voor: L. per enne, het engelsche raaigras, ook muizenkoorn en smeerraai geheeten, een goed voedergras, met 30—60 centim. lange, gladde halmen; L. multiflorum of italieum, het ital. raaigras, met ruwen stengel, eveneens veelvuldig gekweekt als veevoeder; L. temulentnm, de hondsdravik of dolik, een eenjarige vergiftige plant tusschen het koren (vrij zeldzaam), 30—80 centim. lang (zie plaat Gramineeën I, fig. 4); haar narcotisch-giftige zaden verwekken bij mensch en dier braking, bezwijming, slaapdronkenheid, convulsies, enz.; L. linicola, het vlas-raaigras, voorkomend tusschen het vlas.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk