een naar den voornaamsten held benoemd middelhoogduitsch gedicht, omstreeks 1280—90 door eeh thuringsch dichter begonnen, en later door een beiersch dichter voortgezet en voltooid. Het sluit aan op het tweede gedeelte van het gedicht van den Wartburgstrijd en Wolfram van Eschenbach treedt er als verhaler in op.
De inhoud komt neer op het volgende: Lohengrin, zoon van Percival (Parzival) verlost door een tweegevecht de bedrukte koningsdochter Elsa van haar ongewenschten minnaar, Frederik van Telramund; Elsa wordt daarop zijn vrouw; zij mag haar gemaal, die door goddelijke bestiering tot haar hulp is komen opdagen in een door een zwaan getrokken bootje, niet naar zijn afkomst vragen; als hij na langdurige krijgstochten met keizer Hendrik terugkeert, kan Elsa haar nieuwsgierigheid echter niet meer bedwingen en bestormt hem met vragen; ten slotte vertelt hij zijn geschiedenis, waarop de zwaan opnieuw verschijnt en hem wegvoert. Richard Wagner heeft deze stof verwerkt tot een opera. Een der beste uitgaven van de Lohengrin-sage is die van Rückert (Quedlinb. 1858). t