(graaf van) geb. te Zuidlaren 6 Sept. 1773, werd in 1789 luitenant bij de nederlandsche marine. Hij ging in 1795 met Willem V naar Engeland, werd bij zijn terugkomst eenigen tijd gevangen gehouden en trad daarop in russischen zeedienst.
Hij onderscheidde zich vooral in 1813 bij het beleg van Dantzig, werd tot kapitein-commodore bevorderd en zag zich in 1817, toen hij opperbevelhebber der zeemacht in Finland was, tot schout-bij-nacht benoemd. Om zijn diensten in den slag bij Navarino bewezen, 1826, ontving hij den rang van vice-admiraal, waarna hij in 1835 tot admiraal en militairen kommandant van Reval werd benoemd. In deze stad overleed hij, 7 Oct. 1850. Zijn zoons, Lodewijk Hendrik Sigismund en Frederik Sigismund, bekleedden hooge betrekkingen, de eerste brj de russische vloot, de laatste bij het leger.