(spaansch en italiaansch; fransch ligue) een tijdelijke verbintenis, of verbond, tusschen vorsten en staten, thans gewoonlijk alliantie of coalitie geheeten. De naam L. is vooral bekend uit de geschiedenis der 16de en der 17de eeuw.
Allereerst is bekend de z.g. Ligue du bien public, d. i. verbond voor het algemeen welzijn, een vereeniging van fransche feodale heeren, die zich in 1465 onder leiding van Karel van Charolais (den tateren Karel den Stouten van Bourgondië; zie Karel, nr. 4) verbonden, om de macht van Lodewijk XI van Frankrijk, welke den adel bedreigde, te breken; de voornaamste leden dezer L. waren de broeder van Lodewijk, Karel van Berry, en hertog Frans van Bretagne. In den slag bij Montléry, 16 Juli 1465, werd de koning tot den terugtocht gedwongen; wel weerstond Parijs aan de aanvallen der verbondenen, maar door andere ongevallen werd Lodewijk einde October gedwongen tot den vrede van Conflans, die hem drukkende verplichtingen oplegde en den verbondenen groote voordeelen verschafte. Doch weldra wist Lodewijk door sluwe politiek zijn tegenstanders te verdeden; wel verhief zich de L. nog eenmaal in 1471, doch door haar bondgenooten Engeland en Bourgondië in den steek gelaten, werden de oproerige vazallen elk afzonderlijk door Lodewijk onderworpen en moesten hun verzet met wreede straffen en het verlies hunner voorrechten boeten.
Onder de beroemdste verbonden van dezen naam behoort vervolgens de tusschen paus Julius II, keizer Maximiliaan I, koning Lodewijk XII van Frankrijk, koning Ferdinand van Aragon en verschillende italiaansche staten op 10 Dec. 1508 te Cambrai (Kamerijk) gestichte L., welke de vernietiging der republiek Venetië ten doel had. Zij werd verbroken door den paus, die, bezorgd over de vorderingen der Franschen in Italië, in 1511, om laatstgenoemden uit het schiereiland te verdrijven, met de eedgenooten, Venetië en Ferdinand van Aragon de „Heilige LX (ital. Lega santa) sloot, waarbij in 1512 Hendrik VIII van Engeland en later ook keizer Maximiliaan I zich aansloten; deze L. werd door den dood van paus Julius II in 1513 ontbonden. Een tweede Heilige L. werd 22 Mei 1526 tusschen Frans I van Frankrijk, Hendrik VIII van Engeland, paus Clemens VII, Venetië en Milaan te Cognac gesloten tegen Karel V. Ook het Neurenbergsch verbond van 1538, dat de katholieke standen van Duitschland, met Beieren en Hendrik van Brunswijk aan het hoofd, tegen het Smalkaldisch verbond sloten en waarbij ook keizer en paus toetraden, wordt somwijlen Heilige L. genoemd.
Van buitengewone beteekenis was de fransche katholieke Ligue, welke zich tegenover de Hugenooten in 1576 het eerst in het uiterste noordoosten van het land vereenigde. Dit verbond kreeg echter eerst zijn volle beteekenis, toen de troonopvolging van Hendrik van Navarre (zie Hendrik, nr. 34) in 1584 de katholieke toekomst scheen te bedreigen; tegen de Hugenooten, die de aristocratische partij waren geworden, verbonden zich de steden van het noorden en noordoosten, de Guise’s en de Spanjaarden. Door de Guise’s geleid, kreeg de beweging een sterk democratisch karakter (zie Frankrijk, dl. IV, pag. 2893; voorts de artikelen Hendrik, nr. 33 en 34). Toen de bondgenoot der L., Philips II van Spanje, de fransche kroon voor zijn dochter bleek te begeeren, ontstond er scheuring in de Ligue en kwam het tot een verzoening met Hendrik IV.
In Duitschland leidde de jarenlange spanning tusschen de godsdienstige partijen in 1608 en 1609 tot de tegenover elkander -staande verbonden der protestantsche Unie en der katholieke L.; de ziel van laatstgenoemde was keurvorst Maximiliaan I van Beieren. De houding dezer L. had een beslissenden invloed in het eerste tiental jaren van den Dertigjarigen oorlog (zie ald., dl. III, p. 2040).