Léopold victor delisle

betekenis & definitie

Fransch geschiedvorscher en paleoloog, geb. 24 Oct 1826 te Valognes (dept. Manche), kreeg te Parijs een aanstelling in de afdeeling handschriften der nationale bibliotheek, werd in 1871 directeur dezer afdeeling, en werd in 1874 als administrateur général aan het hoofd der nationale bibliotheek geplaatst. Van zijn talrijke historische en bibliographische werken zijn de voornaamste: Cartulaire normand de Philippe Auguste (1852), „Catalogue des actes de Philippe Auguste’ (1856), „Recueil de jugements de l’échiquier de Normandie au XlIIe siècle (1860), „Rouleaux des morts du IXe au XVe siecle1’ (1866), „Histoire du château et des sires de SaintSaveur-le-Vicomte” (Palognes 1867), „Chronique de Robert de Torigny, abbé du Mont SaintMichel” (2 dln., 1872—74), „Mandements et actes divers de Charles V” (1874), Les bibles de Gutenberg (1897); de voorrede van het Monasticon Gallicanum (2 dln. 1871), een verdienstelijke arbeid over Le cabinet des manuscrits de la Bibliothèque nationale (3 deelen., 1868— 1881) een Inventaire des manuscrits à la Bibliothèque impériale du fonds latin (5 deelen., 1863—71) enz.; voorts is hij de uitgave van een Inventaire général et méthodique des manuscrits français (dl. 1-2,1876—78) begonnen; met Jourdan en de Wailly leidt hij de uitgave van Recueil des historiens des Gaules et de la France.