geb. 2 Mei 1809 te Charleville, was te Parijs medewerker aan den „Dictionnaire encyclopédique de la France”, leidde de uitgave der „Encyclopédie moderne”, kwam 1847 aan de bibliotheek der Sorbonne, werd daarvan 1860 directeur, 1861 professor der lat. epigraphie aan het Collège de France, 1856 lid van het Instituut, leidde voorts 1861 de opgravingen in de villa Farnese te Rome en overl. 11 Juni 1885 te Parijs. Zijn hoofdwerk is de Recueil des inscriptions romaines de VAlgérie (Parijs 1855—58, onvoltooid); buitendien noemen wij: Mélanges d’épigraphie (1854), Recueil de diplômes militaires (1876).
R. stichtte voorts 1845 de „Revue de philologie, de littérature et d’histoire ancienne”.