Gepubliceerd op 23-02-2021

Lathraea

betekenis & definitie

L., plantengeslacht van de familie der Orobancheeën, met drie soorten, chlorophylvrije woekerplanten, die parasitisch leven op wortels van boomen en struiken; het ondergrondsche gedeelte van hun stengel is dicht bezet met ovale vleezige schubben, de boven den grond komende bloemen bestaan uit een dikken, knikkenden tros. De in Limburg in bosschen een enkele maal aangetroffen schubwortel, L. squamarii, met donkerrooden bloemtros, woekert vooral op de wortels van den hazelaar; het maaksel harer schubben doet het vermoeden rijzen dat deze bestemd zijn om insecten te vangen (zie Vleeschetende planten).

< >