aan zee gelegen departement van Frankrijk, gevormd uit een deel der oude provincie Gascogne, ten z. van de Gironde, 293.000 inw. In het zuiden is de bodem heuvelachtig door de uitloopers der Pyreneeën; ten n. van de Adour vindt men heidevelden (landes), aan welke het departement zijn naam ontleent.
Aan de kust zijn een menigte étangs (strandmeren of lagunen), die met de zee in gemeenschap staan, en tusschen deze liggen uitgestrekte duinen, die door pijnboombosschen tegen verstuiving beschermd worden. De voornaamste van die étangs zijn die van Cazau, Biscarosse, Parentis, Mimizan, St. Julien, Soustons en Orx. Hoofdrivieren zijn de Leyre en de Adour, met de zijtakken Midou, Douze, Bidouze, Gave-de-Pau en Gave-d’Oléron. Het klimaat is zacht, maar aan de kusten ongezond. Hoofdvoortbrengselen zijn granen, vooral maïs en gerst; verder wijn, hout en vlas.
In den bodem wordt ijzer, turf, molensteenen, pottebakkersklei en gips aangetroffen. De hoofdbezigheid der inwoners is veeteelt en vischvangst.
