scholen waarin onderwijzers, zeelieden als anderszins worden opgeleid. De rijkskweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen (gevestigd te Nijmegen, Haarlem, Middelburg, Deventer, Groningen, Maastricht en voor onderwijzeressen te Apeldoorn), waarvoor regelen zijn vastgesteld bij kon. besluit van 21 Mei 1891 (gewijzigd 14 April 1898), hebben een vierjarigen cursus; het schooljaar vangt aan den eersten Maandag in Mei.
Jaarlijks vóór 1 Febr. heeft eene oproeping plaats van hen die zich aan het toelatings-examen wenschen te onderwerpen. De adspiranten moeten op 1 April daaraanvolgende hun 15de jaar zijn ingetreden en hun 16de jaar nog niet volbracht hebben. Boeken en' leermiddelen worden aan de kweekelingen kosteloos verstrekt. Voor huisvesting en verpleging wordt een toelage verleend aan een door den minister van binnenlandsche zaken te bepalen getal kweekelingen, die niet wonen in een gemeente, waar een kweekschool gevestigd is. Bij uitzondering wordt gelijke toelage verleend aan kweekelingen van bijzonderen aanleg, hoewel behoorende tot een gezin in bedoelde gemeente woonachtig.De rijkskweekscholen voor vroedvrouwen (gevestigd te Amsterdam en te Rotterdam), waarvoor een reglement is vastgesteld bij kon. besluit van 21 Juli 1902, geven in een tweejarigen cursus onderwijs in de theoretische en practische verloskunde, de verzorging der jonggeborenen en de verpleging van kraamvrouwen; dit onderwijs wordt kosteloos gegeven mits de leerlingen zich verbinden om gedurende twee jaren na het verkrijgen van de bevoegdheid als vroedvrouw zich beschikbaar te stellen voor een benoeming als zoodanig in een door den minister van binnenlandsche zaken aan te wijzen gemeente.
