(Platonische lichamen) de vijf regelmatige veelvlakken (zie ald.). Timaeus van Locri verhaalt in den naar hem genoemden dialoog van Plato het ontstaan der wereld volgens de traditie der Pythagoreeërs en geeft aan: de aard-atomen hadden de gedaante van een kubus, de atomen van het vuur de gedaante van een viervlak, die der lucht de gedaante van een achtvlak, die van het water de gedaante van een twintigvlak.
Het twaalfvlak diende als omtrek van het heelal. Men ziet hieruit dat het twaalfvlak het laatst gevonden is.