Zuiver koper is voor het gieten niet geschikt (zie Koper); daarom legeert men het met andere metalen, waardoor het, behalve geringere poreusheid na het gieten, nog verschillende andere goede eigenschappen krijgt. Het maken van K. gaat met groote moeilijkheden gepaard, eensdeels door het hooge smeltpunt van het koper, en voorts wijl de geringste wijziging in de samenstelling, de minste verandering in de verhouding der bestanddeelen, van invloed is op de eigenschappen der legeering.
De bekendste K. zijn: brons {klokkenmetaal), kanonmetaal, standbeeldenmetaal, messing of geelkoper, tombaK, Muntzmetaal, nieuw zilver.