Gepubliceerd op 23-02-2021

Konstabel

betekenis & definitie

of konstapel, een der hoogste kroon- en rijksambtenaren in het oude Engeland. Het ambt van opper-K. (high constables), waaraan inzonderheid het toezicht op de wapening des lands was opgedragen, werd in 1284 door Eduard I ingesteld.

Hieraan werden, onder Eduard III, gemeente-K. (petty constables) toegevoegd. De laatsten zijn een belangrijke schakel in de keten der uitvoerende macht in Engeland. In geval van nood echter kan ieder burger opgeroepen worden om als bijzonder K. te handelen. Te Londen werden bij de invoering der nieuwe politieregeling door Peel in 1829 de vroegere K. opgeheven en vervangen door 5 compagnieën police constables of policemen. K. was in vroegeren tijd ten onzent de naam der kanonniers, die de stukken laadden, richtten en afstaken; zij werden ook busschieters genoemd. Bij de nederlandsche marine wordt deze naam nog heden gedragen door de onderofficieren, die uitsluitend belast zijn met het beheer der artilleriegoederen.

De titel van Groot-K. of stapelier werd vroeger hier te lande gedragen door hem, aan wien het toezicht over het arsenaal, het geschut en de krijgsbehoeften was opgedragen. Deze waardigheid en benaming bestonden tot 1795. In Zeeland werd deze betrekking in de 16de eeuw steeds aan een der aanzienlijkste edelen opgedragen.

< >