Ostracionides, familie van zeer zonderling gebouwde visschen, van de groep der vergroeidkakigen (Pectognathi, Sclerodermi); lichaam betrekkelijk hoog en kort, gehuld in een veelhoekig, nagenoeg onbewegelijk pantser, dat alleen de lippen, oogen, kieuwspleten, staart en vinnen onbedekt laat en uit zeshoekige beenige schubben of schilden bestaat, wier gekartelde randen tegen elkander aan liggen. Bij sommigen komen aan dit pantser nog onbewegelijke stekels voor, die soms zeer lang zijn en dan den dieren een nog vreemdsoortiger voorkomen geven.
De kleine mond wordt begrensd door bewegelijke lippen en is voorzien van een enkele rij spitse tanden. De kieuwspleten zijn nauw en staan loodrecht. Een zwemblaas is aanwezig. De K. hebben den naam van op zekere tijden vergiftig te zijn; zeker is het dat wonden, met hun stekels gemaakt, moeilijk genezen. De K. leven in de tropische zeeën, vooral daar waar koraalriffen en atollen zijn. Het geslacht Ostracion telt 22 soorten; de bekendste daarvan is de vierhoornige koffervisch, 0. quadricornis; zij zwemmen langzaam. Zie ook Aracana.