Gepubliceerd op 23-02-2021

Katjang

betekenis & definitie

in het maleisch en javaansch zooveel als boon of erwt; katjang bogor, de madagaskaarsche aardnoot, Voandzeia subterranea, een peuldrager welks peulen onder den grond rijpen en eetbare boontjes bevat; katjang gatel, maleische naam van Mucuna pruriens; de haren der peulen van deze plant worden evenals de peulen zelf door de Maleiers als geneesmiddel toegediend; bedoelde haren veroorzaken op de huid een sterken jeuk; katjang idjo, de boonen van Phaseolus Mungo, in Indië algemeen gekweekt en een veelgebruikte toespijs; van de jonge boonspruitjes, tijdens de ontkieming ingezameld, wordt een gerecht bereid dat togee heet; katjang iris, de boonen van Cajanus indicus, meestal geroosterd gegeten; in de warme gewesten der oude wereld algemeen gekweekt; katjang kadelê, de boonen van Glycine Soja, worden gebezigd ter bereiding der soya of kétjap en van de tao-hoe (boonenkaas); ook gegeten als groente; brood van deze boontjes (Soya-brood) wordt aanbevolen als spijs voor lijders aan suikerziekte; katjang mérah, de boonen van Vigna catjang, in de tropen der oude wereld algemeen gekweekt en een gezochte groente; katjang trina, de aardnoot, Arachis hypogaea (zie ald.).

< >