stichter der naar hem genoemde secte der Schwenkfeldianen, een Silezisch edelman uit het oude geslacht von Ossig, in 1490 geb., omhelsde de zaak der hervorming, maar verviel weldra tot dweperij. Zijn gevoelens maakte hij openbaar in [i]Bekanndtnus und Rechenschaft von den Hauptpunkten des christl.
Glaubens[/i], (1547). In 1528 verbannen, zwierf hij onder velerlei vervolgingen rond in Zwaben en aan den Rijn. Hij stierf waarschijnlijk te Ulm in 1561. Na zijn dood ontstonden in Silezië afzonderlijke gemeenten, die zijn gevoelens omhelsden en een meer gestrenge kerkelijke tucht invoerden. Na harde vervolgingen vonden zij in 1733 een toevlucht in N.-Amerlka, waar thans nog gemeenten van hen bestaan, die afzonderlijke geestelijken en bedehuizen hebben.