Gepubliceerd op 23-02-2021

Kasimir

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

K. I, koning van Polen (1034—58), was minderjarig toen zijn vader Mieczyslav II overleed, verliet evenals zijn moeder, die daartoe door den adel gedwongen werd, het land, doch werd door keV Hendrik III op den troon hersteld (101.;. Met allen ijver arbeidde K. nu aan de roering van het christendom in zijn staten en het bevestigen van zijn gezag. Bij den vr. de met de Bohemers (1054) kreeg hij Breslau en verschillende andere door dezen verove, Ie steden terug. Hij vermeerderde voorts zijn macht door de onderwerping van Moravië en zijn huwelijk met Dobrognewa, zuster van grootvorst Jaroslaw van Kief.
K. II, de Rechtvaardige, hertog van Sandomir en groothertog der Polen (1178— 94), streed gelukkig tegen Volhynië en Halicz en in Lithauen en wist door de overige poolsche vorsten zijn gezag te doen eerbiedigen.
K. III, de Groote, koning van Polen (1333—70), wist bij den vrede, welken hij te Wissegrad met koning Jan van Bohemen sloot (1335), dezen te bewegen afstand te doen van den titel van koning van Polen en alle aanspraken op den troon van dat land. Zijn strijd met de duitsche orde eindigde na verschillende onderhandelingen met den afstand aan deze van de gewesten Pomerella en Culm. K. veroverde Volhynië en Podolië, deelen van Lithauen, Silezië (waarvan hij echter alleen Traurstadt behield) en Rood-Rusland, en behaalde een overwinning op de Mongolen van Kaptschat. Hij vaardigde ook het eerste geschreven wetboek uit, dat hij op den rijksdag te Wislica (1347) beval samen te stellen, stichtte kerken, kloosters, hospitalen en scholen, legde den grondslag tot de universiteit te Krakau, en wijdde veel zorg aan de lotsverbetering der boeren, den bloei des handels en de versterking der steden. Met zijn dood stierf het huis der oude poolsche koningen, dat der Piasten uit. Tot zijn opvolger had hij zijn neef Lodewijk van Anjou, een zoon van Karel I Robert van Hongarije, gekozen, die door den adel erkend werd.
K. IV, koning van Polen (1447—92), was de tweede zoon van Jagello, hertog van Lithauen en, onder den naam van Wladislaw V (zie ald.) koning van Polen. Gedurende de regeering van zijn broeder Wladislaw VI voerde hij het bewind over Lithauen, dat bij zijn troonsbeklimming te Krakau voorgoed met Polen werd vereenigd. De regeering van K. is een der schitterendste tijdvakken uit de geschiedenis van Polen. De duitsche orde, welke reeds door zijn vader geducht was vernederd, dwong hij andermaal tot groote opofferingen. Bij den tweeden vrede van Thorn (1466) moest zij West-Pruisen aan hem afstaan en zich voor het overige deel van Pruisen als zijn vazal erkennen. Zijn oudste zoon Wladislaw werd tot koning van Bohemen gekozen (1471); de Polen verkozen tot opvolger van K. diens tweeden zoon Jan Albert. K. stierf te Grodno.

< >