(vrijheer) oosstenrijksch generaal, in 1752 geb., onderscheidde zich in de veldtochten tegen de Turken en in 1792 en 93 in de Nederlanden tegen Frankrijk. In 1798 bekleed met het opperbevel over het Napelsche leger tegen Frankrijk, behaalde hij aanvankelijk in meerdere gevechten de overwinning, maar werd later verslagen en als krijgsgevangene naar Frankrijk gevoerd, hij wist echter te ontvluchten.
Op nieuw met het opperbevel bekleed, werd hij aan de 111 er in 1805 geslagen en was genoodzaakt, in de stad Ulm ingesloten, j zich met zijn leger aan de Franschen over te geven. Op zijn eerewoord ontslagen, werd hij in Oostenrijk door een krijgsraad ter dood veroordeeld. De keizer veranderde dit in 20-jarige vestingstraf, die later verminderd werd. M. overl. in 1828.
