heet de handel, die door middel van karavanen gedreven wordt. Sedert overouden tijd is deze soort van handel gebruikelijk in het Oosten; het transportmiddel is de kameel (de kameeldrijver heet Karavanier), en de K. volgt bepaalde wegen met geschikte rustplaatsen (oasen, bronnen, karavanserai, zie ald.), op wier verbindingspunten gewoonlijk een drukke handel heerscht.
In den loop der tijden bleef de weg der karavanen vrijwel dezelfde. Wegens de hooge transportkosten is de karavaanhandel alleen geschikt voor koopwaar, die in vergelijking tot het gewicht groote waarde bezit, zooals thee (zie Karavaan thee). De karavaanhandel bestaat ook in Amerika en de poolstreken. Waar de kameel als transportmiddel ontbreekt, bezigt men paard, hond, rendier en mensch. Inmiddels heeft de karavaanhandel veel van zijn beteekenis verloren. Ook op het verkeer ter zee is het systeem van den karavaanhandel in de oudheid en de middeleeuwen toegepast (zie Karavaanschip), en vereenigden de kooplieden hun schepen, om zich beter tegen de zeeroovers te kunnen verdedigen, tot gemeenschappelijke tochten (zie Admiraalschap).
