landschap in Aziatisch-Turkije, het oude Phrygië en Pamphilië, tusschen 37° en 40° N.B. en 31° en 37° O.L., ten z. begrensd door het Taurusgebergte. De voornaamste rivieren zijn de Kizil-Irmak en de Sihon; in het w. zijn talrijke meren.
In de beschutte valleien wordt boomwol, zijde, tabak en fijn fruit gewonnen, maar de veeteelt is het hoofdmiddel van bestaan. De voornaamste steden zijn: Koniëh, Kaesariëh, Aksjehr, Beg-sjehr, Nigdeh en Karaman.