1) Kanaat in Afghanistan, grenst ten z. aan Beloedsjistan, ten w. aan de perzische woestijn, ten n. en o. aan Kaboelistan; de goed bewaterde dalen der bergachtige oosthelft zijn vruchtbaar; de westhelft is een woestijn, waarin tal van rivieren zich verliezen, o. a. de Hilmend. De bevolking bestaat uit Tadsjik, de oorspronkelijke bewoners, en Afghanen, de veroveraars des lands.
2) Hoofdstad van het kanaat K., ligt in een vruchtbare vlakte, aan de spoorlijn Sjikarpoer—K., en telt 25 à 50.000 inw. Het is de belangrijkste industrie- en handelsstad des lands. De voornaamste voortbrengselen der industrie zijn zjjdenstoffen en viltwerk. De merkwaardigste gebouwen zijn de groote bazar en het grafmonument van Ahmad-Shah. De stad is zeer oud, en waarschijnlijk het door Alexander den Groote gestichte Alexandria in Arachosia,