Gepubliceerd op 23-02-2021

Julius kosleck

betekenis & definitie

duitsch trompetvirtuoos, geb. te Naugard in Pommeren 1835, kwam in dienst bij het muziekkorps van het 2de garderegiment te Berlijn, werd kamermusicus van den koning en richtte in 1871 een cornetquartett op, waarmede hij kunstreizen ondernam en veel succes had. In 1873 werd hij leeraar aan de „Hochschule” te Berlijn.

Vooral in de werken van Bach en Händel muntte K. als virtuoos uit.

< >