Gepubliceerd op 17-02-2021

Jules grévy

betekenis & definitie

fransch staatsman, geb. 15 Aug. 1807 te Mont-sous-Vaudrey (departement Jura); advokaat te Parijs, werd hij in 1848 benoemd tot commissaris der republiek in het departement Jura, waar hij tot lid van de constitueerende vergadering werd gekozen, onderscheidde zich in dit lichaam door zijn scherpe welsprekendheid, werd vice-voorzitter, bestreed de politiek van het Elysée, protesteerde tegen den staatsgreep van 2 Dec. 1851 en werd deswege in hechtenis genomen, doch weldra weer op vrije voeten gesteld; hij wijdde zich nu weer aan de rechtspraktijk, werd in 1868 bij een tusschentijdsche verkiezing in het departement Jura tot afgevaardigde gekozen en in 1869 herkozen. In 1871 zonden de kiezers van Bouches-du-Rhône en Jura hem naar de nationale vergadering, die hem tot haar president koos; met Dufaure deed hij het voorstel de uitvoerende macht aan Thiers op te dragen.

Een incident gedurende een der zittingen van de nationale noopte hem zijn presidentsfunctie neer te leggen (Febr. 1873). Na 24 Mei bestreed hij de politiek van den hertog de Broglie, vervolgens het septennaat. In 1876 opteerde hij voor het district Dole, werd weer kamerpresident, en zag zich, na de demissie van Mac-Mahon, op 30 Jan. 1879 tot president der republiek gekozen, als hoedanig hij in 1885 werd herkozen. Streng vasthoudende aan de grondwet, tegenstander der revanche-politiek jegens Duitschland, kwam hij in de kwesties de buitenlandsche aangelegenheden rakende meermalen persoonlijk tusschenbeide; zoo in het incident bij de aankomst van den koning van Spanje te Parijs in 1883 en in de zaak-Schnabele. In 1880 teekende hij de Maart-dekreten tegen de niet door den staat geautoriseerde congregaties, in 1883 het dekreet van 15 Febr. tegen de leden van het huis Orléans. Toen hij weigerde een zijner familieleden, hoofdpersoon in het ridderorden-schandaal (zie Frankrijk, geschiedenis), uit den staatsdienst te verwijderen, kreeg hij derwijze de openbare meening tegen zich, dat hij na het aftreden van, het kabinet-Rouvier (Mei 1887) niemand bereid vond een nieuw ministerie te formeeren; toen bovendien de Kamer door een bijna eenparig votum haar verwachting uitsprak dat hij zijn ambt zou neerleggen, trad hij 2 Dec. 1887 af.

Hij overl. 9 Sept. 1891 te Montsous-Vaudrey. In 1893 werd te Dole, in 1894 in zijn geboorteplaats een monument voor hem opgericht.

< >