Fransch tooneelschrijver, geb. te Parijs, 1823. Voorn. werken: de vaudevilles Philanthropie et Repentir ; Une Bonne pour tout faire (1860); de operas-comiques Sylvie (1864); La GrandHante (1867); Les Trois Souhaits (1874); La Fée des bruyères enz.; de opera’s: La Fiancée d'Abydos (1865); La jolie fille de Perth (1867); Les Templiers en de drama’s: L'abîme de Trayas (1879); La Gzarine (1868); L'Officier de fortune.
Hij. schreef bovendien een aantal novellen, als: La taverne de l'Y ; Un voyage interrompu; Œuvre de rédemption enz.Zijn zoon Eugène Félix, geb. 1854 te Parijs, begon zijn letterkundige loopbaan in 1876 met La vision de Racine, en leverde voorts : Madame Dugazon (1877); Jacques Gallot (1896), de door het Instituut bekroonde cantate Acis et Galatéef enz.
