Gepubliceerd op 20-01-2021

Jucke jans of julius van beijma

betekenis & definitie

Nederl. geleerde, geb. 1539, oefende zich te Groningen onder Predinus in de letteren, studeerde te Leuven, werd te Orleans licenciaat in het kanoniek recht enz., vestigde zich als advokaat te Leeuwarden, ging na de onthoofding zijns broeders, Sjoerd, naar Wittenberg, was aldaar 10 jaren hoogleeraar in het burgerlijk recht, ging in 1581 over naar de hoogeschool te Leiden, in 1596 naar die te Franeker, en overleed 15 Juli 1598 te Leeuwarden; hij schreef eenige rechtsgeleerde werken, als Disputationes Juridicae, enz.

< >