Gepubliceerd op 23-02-2021

Juan melendez valdes

betekenis & definitie

(Don) spaansch dichter, geb. 11 Maart 1754 te Ribera del Fresno in het bisdom Badajoz, deed zijn philosophische studiën te Madrid, juridische te Salamanca, waar hij in de oude vaderlandsche vormen de genoegens van het studentenen het landleven in liederen vol bekoorlijkheid en eenvoud bezong. In 1781 werd hij professor aan de universiteit te Salamanca, 1789 aangesteld bij de Audiencia in Saragossa, 1791 in de justitiekanselarij te Valladolid en 1797 als fiscaal bij het hoogste crimineel gerechtshof te Madrid.

In 1798 in den val van zijn beschermer Jovellano gewikkeld, werd hij naar Medina el Campo en 1800 naar Zamora verbannen, leefde, nadat de verbanning 1805 was opgeheven, in Salamanca en na den val van den vredevorst in Madrid. Op persoonlijke uitnoodiging van Napoleon aanvaardde hij het ambt van fiscaal, staatsraad en president der junta van het openbaar onderwijs, doch moest na de zegepraal der nationale zaak naar Frankrijk vluchten, waar hij 24 Mei 1817 te Montpellier overleed. Zijn gedichten verschenen in 1785 in één deel (3 dln., Valladolid 1797; 4 dln., Madrid 1820; Parijs 1832); later werden ze nog meermalen herdrukt, o. m. in dl. 63 der ,,Biblioteca de los autores espanoles”.

< >