engelsch godgeleerde en kardinaal, geb. 1801 te Londen, overl. 1890 te Edgbarton, studeerde te Oxford, had veel verkeer met Dr. Persey, den stichter der ,,High-Church” en kwam hierdoor benevens door de studie van de kerkvaders al nader en nader tot het katholicisme, dat hij in 1845 omhelsde na in 1843 afstand te hebben gedaan van zijn herderlijk ambt in de anglicaansche kerk.
In 1846 werd hij te Rome tot priester gewijd, in 1847 stichtte hij te Birmingham een congregatie van priesters, welke in verbinding staat met die der oratorianen. Yan 1854—58 stond hij als rector aan het hoofd der kath. universiteit te Dublin en in 1879 ontving hij den kardinaalshoed. Van zijn talrijke geschriften zijn vooral bekend: Discourses adressed to mixed congregations (Londen, 7de dr. 1891), Apologia pro vita sua (aid., 2de dr. 1891), Critical and historical essays (1890, 2 din.), Historical sketches (1891, 3 dln.) en eenige romans, o. a. Callista.