John benbow

betekenis & definitie

Engelsch admiraal, geb. in Shropsbire, 1650. Als kapitein van een koopvaardijschip onderscheidde hij zich door moed en beleid tegen de Algerijnsche zeeroovers, en trok de aandacht van James II, die hem een aanstelling bij de marine gaf Na de revolutie kreeg hij het bevel over een der voornaamste bodems, en had zich binnen weinige jaren tot rear-admiral opgewerkt; koning Willem stelde het grootste vertrouwen in hem ; 19 Aug. geraakte hij met zijn eskader met een fransch smaldeel onder admiraal Du Casse slaags, en werd door de andere schepen verlaten, waarna hij vier dagen lang den strijd al wijkende volhield; op 24 Aug. werd hem een zijner beenen afgeschoten; hij wist met zijn schip naar Jamaica te ontkomen; hij stierf aan zijn wonden, 4 Sept. 1702; de gezagvoerders der overige schepen moesten voor een krijgsraad terechtstaan en twee hunner werden gefusileerd.