Gepubliceerd op 23-02-2021

Johannes jacobus meinsma

betekenis & definitie

nederl. taalgeleerde geb. 9 Sept. 1833 te Leeuwarden, studeerde te Leiden in de godgeleerdheid, wijdde zich, na het kandidaats-examen te hebben afgelegd, aan de studie van het javaansch, werd 1861 leeraar in die taal aan de Kon. Academie te Delft, en na de opheffing dier academie, leeraar in javaansch, land- en volkenkunde en geschiedenis van Nederl.-Indië aan de gemeentelijke instelling tot opleiding van indische ambtenaren aldaar, werd in 1870 directeur dier instelling, en overl. 15 Sept. 1886 in genoemde stad.

Hij schreef o. a.: Geschiedenis van de Nederl. Oost-Indische bezittingen (Delft # 1872—75).

< >