Gepubliceerd op 29-01-2021

Johannes franciscus van geel

betekenis & definitie

Zuidnederlandsch beeldhouwer, geb. 1756 te Mechelen, door zijn stadgenoot Peter Valck in de kunst opgeleid, verkreeg den titel van beeldhouwer des kardinaal-aartsbisschops van Mechelen. Tot zijn voorn. werken behooren twee beelden, de Godsdienst en de Tijd, voor ’t paleis v/d kardinaal, drie apostelbeelden in de Lieve-Vrouwe-kerk te Mechelen, enz. Hij vervaardigde ook eenige fraaie preekstoelen en muntte bijzonder uit in kinder-en engelen-figuren. In 1817 werd hij benoemd tot professor in de beeldhouwkunst aan de academie te Antwerpen; hij bekleedde die betrekking tot zijn dood, 20 Jan 1830. Zijn zoon, Johannes Ludovicus, in 1787 te Mechelen geb . was mede een niet onverdienstelijk beeldhouwer, die vooral door verschillende leden van ’t huis van Oranje werd beschermd en in staat gesteld kunstreizen te doen.

< >