Gepubliceerd op 23-02-2021

Johannes de deo

betekenis & definitie

(Juan de Dio, Johannes van God) heilige, stichter van de orde der „Broeders van Barmhartigheid”, geb. 1495 te Montemor a novo in Portugal, ging op 8-jarigen leeftijd met een geestelijke mede naar Oropesa, waar hij tot zijn 22ste jaar in dienst bleef bij een meester, die belast was met het toezicht op de kudden van een edelman. Daarop nam hij vrijwillig dienst bij een troep soldaten, tijdens den oorlog tusschen Spanje en Frankrijk, doch hij keerde niet lang daarna tot zijn vroeger bedrijf terug, en trad daarop weder in den krijgsdienst toen in 1529 de Turken het beleg sloegen voor Weenen.

Vervolgens dreef hij in Spanje ] eeqigen tijd een kleinen handel in religieuze | artikelen, doch veranderde, na het hooren ! van een predikatie van Johannes van Avila : (zie ald.), geheel en al van levenswijze en leefde voortaan als een vader der armen. J. huurde in 1540 een huis, dat hij voor het opnemen van behoeftige zieken bestemde. Dit huis werd de grondslag voor bovengenoemde orde. J. overl. 8 Maart 1550 en werd 1690 door paus Alexander VIII heiligverklaard; zijn feestdag is 8 Maart.De kloosterorde der Broeders van Barmhartigheid (in Duitschland: Barmherzige Brüder, in Frankrijk: Frères de la charité, in Italië: Fate ben fratelli, in Spanje: Hospitalarios)

J. van den h. J. de Deo ontstond uit de volgelingen, die zich met den h. J. vereenigden tot het verplegen van zieken, en zich aanvankelijk ; slechts onderscheidden door een bijzondere kleederdracht. Zonder dat hun eenige regel door J. gegeven was, volgden zij alleen diens voorbeeld en voorschriften ten opzichte van het verplegen van zieken. Eerst na J.’s dood werd door paus Pius V in 1572 het nieuwe genootschap bekrachtigd en daaraan de regel van den h. Augustinus gegeven. Weldra begon de orde te bloeien, en werd in 1592 gesplitst in een spaansche congregatie voor Spanje en Amerika, met bruin habijt, en een italiaansche voor overig Europa, met zwart gewaad, elke onder een afzonderlijk generaal, respectievelijk te Granada en te Rome; in 1624 verkreeg zij alle privileges der bedelorden, en verbreidde zich weldra over Europa en Amerika, waar haar werkzaamheid allerwege zeer geacht werd; alleen in Spanje werd zij in 1856 en 1868 onderdrukt en sedert staat zij onder een enkelen generaal te Eome. De orde wijdt zich geheel aan het verplegen van zieken, niet alleen in de door haar gestichte ziekenhuizen, maar ook bij de lijders aan huis.

< >