Gepubliceerd op 17-02-2021

Johann rudolf glauber

betekenis & definitie

scheikundige en arts, geb. 1604 te Karlstadt in Franken, woonde langen tijd te Salzburg, vestigde zich later te Kitzingen in Beieren, daarop te Frankfurt a. M., eindelijk te Keulen, ging in 1648 naar de Nederlanden, en stierf 1668 te Amsterdam.

Hij verbeterde de methoden ter afscheiding der vluchtige zuren uit de zouten en bestudeerde overigens het wezen der zouten en hunne wederkeerige ontleding. Ook stelde hij verscheidene geheimmiddelen samen, die hij tegen hooge prijzen verkocht. Van zijn vele geschriften zijn een 40-tal bewaard gebleven; nagenoeg alle voeren latijnsche titels, terwijl de tekst meest in het duitsch is gesteld. De voornaamste zijn: Furni novi philosophici (5 dln., Amst. 1648), Miraculum mundi (2 dln., ald. 1653), Pharmacopoea Spagyriea (ald. (1654—67), Tractatus de natura salium (1658). Men heeft ook een belangwekkend land huishoudkundig werk van hem, getiteld: Frosperitas Germaniae (7 dln., Amst. 1657).

< >