zendeling en Afrikavorscher, geb. 11 Jan. 1810 te Derendingen bij Tübingen, overl. 26 Nov. 1881 te Kornthal, ging 1837 in dienst der londensche Church Missionary Society als zendeling naar Abyssinië, waar hij tot 1842 in Ankober werkzaam was, en vervolgens naar Mombas aan de oostafrikaansche kust, vanwaar uit hij 1848—52 met zijn gezellen Erhardt en Rebmann verschillende reizen naar het binnenland ondernam, waardoor het eerste bericht over een groot binnenmeer (Victoria Nyanza) en de aequatoriale sneeuwbergen Kilima Ndsjara en Kenia gegeven werd. Na een kort oponthoud te Londen keerde hij 1854 naar Abyssinië terug, maar werd weldra door koning Theodorus uit het land gezet; in 1867 vergezelde hij de engelsche expeditie naar Abyssinië.
Hij schreef: Reisen in Ostafrika in den Jahren 1837—55 (2 dim., Kornthal 1858; engelsch, Londen 1860, 2de dr. 1867), Tocabulanj of six East African languages (Tübingen 1850). Elements of the Kisudheli language (ald. 1850) en Dictionary of the Suahili language (Londen 1882).