Gepubliceerd op 23-02-2021

Johann karel gottfried löwe

betekenis & definitie

duitsch componist, geb. te Löbejün bij Halle 1796, overl. te Kiel 1869, studeerde in de muziek bij Türk en in de theologie en philosophie aan de hoogeschool te Halle. Van 1819 tot 1820 verbleef hij te Dresden, waar hij op vriendschappelijken voet kwam met von Weber, ging daarop naar Schwerin, waar hij muziekdirecteur werd.

Een beroerte (1866) noodzaakte hem dit ambt neder te leggen. Hij vertrok nu naar Kiel en bracht daar zijn beide laatste levensjaren door. L. componeerde verschillende werken, o. a. de oratoriums: Die Zerstörung von Jerusalem, Gutenberg, sonates voor piano, quartetten, opera’s en een aantal liederen.

< >