duitsch wiskundige en philosoof, geb. 19 Oct. 1733 te Berlijn, leerling van Euler, besloot na een bezoek aan Nederland zich hier blijvend te vestigen, gaf te Leiden privaatles in wiskunde enz., en werd in 1764 hoogleeraar in de wijsbegeerte, wis- en sterrenkunde te Utrecht; vurig oranjegezind, zag hij zich in 1787 genoodzaakt het land te verlaten; hij keerde echter weinige maanden later terug, hervatte zijn post en vervulde dien tot in 1804 gezichtszwakte hem dwong zijn rust te nemen. Hij overl. 30 Maart 1813.
Een lijst van zijn geschriften is te vinden in de door zijn leerling C. G. Spaan in het licht gegeven Lessen over de eerste beginselen der wijsbegeerte, door J. F. Hennert (3 dln. Leid. 1819).