duitsch literatuurhistoricus, geb. 15 April 1767 te Gotha, werd 1788 buitengew. hoogl. te Rinteln, 1790 rector te Herford, 1794 prof. in de theologie te Rinteln, waar hem 1797 tevens het professoraat in de geschiedenis en het opzicht over de universiteitsbibliotheek werd opgedragen, werd 1801 naar Marburg en 1815 naar Breslau verplaatst, waar hij 4 April 1838 als bibliothecaris der universiteitsbibliotheek overleed. Van zijn werken noemen wij: [i]Handbnch der allgem.
Geschichte der litter. Kultur[/i] (2 dln., 1804—5), Handbuch der Geschichte der IAtteratur (3de dr., 4 dln., 1833), Geschichte der histor. Forschung und Kunst, etc. (2 dln., 1812—20).
