Gepubliceerd op 19-01-2021

Johann aidrinser

betekenis & definitie

(Graaf) Duitsch krijgsoverste, gebr. 10 Dec. 1588 te Diedenhofen, gesneuveld bij de verdediging van de stad Landshut tegen de Zweden, 22 Juli 1634. Hij studeerde eenigen tijd aan de hoogeschool te Parijs, trad in 1606 in Spaanschen dienst, liet zich in 1618 bij het uitbreken van den 30-jarigen oorlog bij het leger der keizerlijken aanwerven, werd in 1622 overste, in 1624 hofkrijgsraad en algemeen kommissaris van oorlog, werd voor verschillende diplomatische zendingen gebruikt, en werd in 1627 tot vrijheer en in 1628 tot graaf verheven; na den vrede met Denemarken in 1629 werd hij als generaalmajoor onder Collalto naar Lombardije gezonden en nam deel aan de verovering van Mantua, 18 Juli 1630; de plundering dezer stad legde den grond voor zijn reusachtig vermogen.

In 1631 keerde hij naar Duitschland terug en vereenigde zich na den slag bij Breitenfeld met Tilly; in den slag aan de Lech (1632) werd hij zwaar gewond; na Tilly’s dood streed hij onder Wallenstein, wiens gunst en vertrouwen hij in hooge mate enoot, zoodat hij door Wallensteins vijanden, e hofpartij, weldra werd aangezocht diens zijde te verlaten, waartoe hij zich ten slotte ook liet vinden, waarna hij van de keurvorsten bevel kreeg Wallenstein gevangen te nemen; door dralen en talmen wist hij zich echter aan het ten uitvoerbrengen van dit bevel te onttrekken: na Wallensteins dood bestreed Aldringer de Zweden aan den Donau.

< >