Gepubliceerd op 23-02-2021

Johan kasper lavater

betekenis & definitie

geb. 15 Nov. 1741 te Zurich, waar zijn vader als geneesheer practiseerde, werd voor predikant opgeleid, en was in zijn geboorteplaats eerst hulp-prediker, daarna predikant. Door zijn Schweizerlieder (Bern 1767), waarop de dweperig-ascetische Aussichten in die Ewigkeit (3de uitg., 4 dln., 1777—78) volgden, werd hij het eerst bekend.

In de politiek beginselen toegedaan, die der regeering onaangenaam waren, zag hij zich in 1799 naar Bazel gedeporteerd, doch kreeg spoedig zijn vrijheid weder en zette zijn predikwerk te Zurich voort, tot hij zich korten tijd daarna, toen Massena zijn geboortestad op nieuw had ingenomen, voor goed geschorst zag. Terwijl hij bezig was op straat ongelukkigen bij te staan, ontving hij een schot in de zijde, waaraan hij na lang lijden, 2 jaren, 1801 overleed. Hij zelf gaf zijn Vermischte Schriften (2 dln., Winterth. 1774—81) en zijn Sdmmtliche kleinere prosaische Schriften (3 dln., (3 dln., Winterth. 1784—85) uit. Gessner deed L.’s nachgelassene Schriften (5 dln., Zurich 1802) het licht zien. L. heeft vooral naam gemaakt door zijn stelsel van gelaatkunde, dat hij heeft uiteengezet in het werk Physiognomische Fragmente zur Beförderung der Menschenkenntniss und Menschenliebe (4 dln., Lpz. en Winterth. 1775—78). L. bezat persoonlijk in hooge mate de gave oogenblikkelijk het karakter en de geaardheid van de menschen waarmee hij in aanraking kwam, te doorgronden, en genoemd werk was een poging om deze eigenschap ook anderen mee te deelen; hij nam daartoe de lijnen en vormen van het menschelijk gelaat tot grondslag.

De pennestrijd echter, die onmiddellijk na het verschijnen van het werk uitbrak, en waarin vooral J. Chr. Lichtenberg (Ueber Physiognomik wider die physiognomen), en Musaeus (in diens geestige Physiognomische Pelsen) op den voor-. grond traden, schonk eiken onbevangene de overtuiging, dat L.’s physiognomiek geenerlei wetenschappelijke waarde bezat.

< >