nederlandsch zeeschilder, geb. 1809 te Amsterdam, ontving zijn opleiding in de kunst van Westenberg en daarna van I. W.
Pieneman. Aanvankelijk schilderde hij figuren en landschappen, maar wijdde zich weldra aan zee- en watergezichten. Van 1827—31 hield hij zich te Parijs op; teruggekeerd schilderde hij De schipbreuk van den Willem I op de Lucipararotsen. Later begaf hij zich weder eenige jaren naar Parijs, waar zijn schilderijen De brand v. het schip de India, en Visschers op de kust van Normandië, op de tentoonstelling van 1842 met een gouden medaille bekroond werden. In dezen tijd deed M. een reis in de Middellandsche zee met prins Hendrik der Nederlanden. In 1848 keerde hij naar Holland terug en deed vervolgens vele reizen in Engeland, Frankrijk, langs de spaansche kust en in Rusland.
Het talent van M. werd binnenen buitenslands gewaardeerd; zijn werken werden met grooten bijval ontvangen en gekocht. M. overl. in 1866.
