Gepubliceerd op 19-01-2021

Joh. s. e. d’alton

betekenis & definitie

Duitsch ontleedkundige, zoon van J. W.

E. Alton; hij werd geboren 17 Juli 1803 te St.-Goar en overleed te Halle, 25 Juli 1854. Hij studeerde te Bonn in de medicijnen, ging later naar Parijs en zette het door zijn vader en C. H. Pander aangevangen werk: ,,Die vergleichende Osteologie” met een deel over den bouw van het skelet der vogels voort. In 1827 werd hij prof. en leeraar in de anatomie aan de hoogeschool te Berlijn; in 1830 behaalde hij in vereeniging met Schlemm, met een verhandeling over het zenuwstelsel der visschen den prijs door de Fransche Akademie uitgeloofd; in 1834 aanvaardde hij het beroep naar Halle als prof. in de ontleedkunde en physiologie. Men heeft van hem: „JELandbuch der Menschlichen Anatomie” (1850) — „De monstris, quïbus extremitates superfluae suspensae sunt (Halle, 1853); — „De monstrorum duplicium origine.”

< >