duitsch romanschrijver en lierdichter, in 1750 te Ulm geb., stud. te Göttingen in de godgeleerdheid en- sloot zich daar aan bij het door Boje opgericht dichtersverbond (Hainbund), bekleedde verschillende paedagogische en geestelijke ambten te Ulm en overl. aldaar in 1814. Grooten opgang maakte zijn eerste roman naar aanleiding van Goethe’s „Werther” geschreven, Siegwart, eine Kloster geschichte (2 dln. 1776), een toonbeeld van sentimentaliteit.
Zijn romans en zijn door welluidendheid zich kenmerkende lyrische Gedichte (1783) dragen hetzelfde karakter.