Gepubliceerd op 17-02-2021

Joan ignatius hees van berkel

betekenis & definitie

nederl. rechtsgeleerde en geschiedvorscher, geb. te Rotterdam, 20 Maart 1806, studeerde te Utrecht, vestigde zich te ’s Gravenhage als advokaat, nam als vrijwilliger deel aan den tiendaagschen veldtocht, was later subst.-officier te Amersfoort, officier van justitie te Utrecht (sinds 1838), dijkgraaf van Rijnland, on overl. 11 Juli 1854. Hij gaf in het licht: Over hel stelsel der gemeenten in het graafschap Vlaanderen (Brusssel 1845), Nederland voor en na de fransche omwenteling van Februarie in betrekking tot buitenlandsche aangelegenheden bij oorlog (1848), Over keizer Karel V en *s lands Staten (in „De Gids”, 1842), verder tal van rechtsgeleerde werken.

< >