1) Koning van Israël, in het laatste kwartgedeelte der 9de eeuw v. Chr.; onder hem geraakte het rijk geheel in verval (zie 2 Kon. 13).
2) Koning van het rijk Juda, werd in 608 v. Chr. door het volk op den troon gezet, doch reeds na drie maanden door Pharao Necho II afgezet. Hij stierf in Egypte in gevangenschap.