Gepubliceerd op 29-01-2021

Jemine gemma frisius

betekenis & definitie

(of Reinier Jemme, gezegd) Nederl. wis- en sterrenkundige, geb. 1503 te Dokkum, werd te Groningen opgevoed, en vervolgens op de hoogeschool te Leuven gedaan, waar hij zich hoofdzakelijk op de wiskunde en medicijnen toelegde; reeds op 2L-jarigen leeftijl gaf hij verbeteringen op de kosmographie van Appianus in het licht en weldra had hij den naam van een der eerste wiskundigen zijns tijis te zijn; hij verrijkte de wetenschap met tal van ontdekkingen, uitvindingen, en methoden: zoo vond hij een astronomischen ring, een hemelglobe en een zeemans-quadrant, alsmede een verbetering v/d geometrischen radius en een astrolabium, door hem catholieum genoemd; ook wees hij een middel aan, veel beter dan men tot op dien tijd kende, tot ’t vinden der lengte op zee. Met de genoemde en andere werktuigen deed hij verschillende waarnemingen, zoowel omtrent de vaste sterren, omtrent eclipsen en kometen, als ter bepaling van geographische lengten en breedten, waarvan de juistheid door latere, met volkomener werktuigen gedaan, alleszins is bevestig! geworden. In 15-12 verkreeg G. aan de Leuvensche hoogeschool de waardigheid van doctor in de geneeskunde en van dien tijd af bekleedde hij ook een openbaren leerstoel in de wetenschap aan genoemde universiteit. Hij overl. 25 Mei 1555. G.’s eerste werk was een verzameling aanteekeningen op de door Petrus Appianus uitgeg. .Cosmographie (Antw. 1529, meermalen herdrukt en vermeerderd). Van dit aldus verrijkte werk zagen onderscheidene vertalingen ’t licht, zooals een fransche (Antw. 1544) en een nederl (Antw. 1592). Moorts gaf hij in ’t licht: De principiis astronomiae et cosmegniphiae (Antw. 1530), De usu globi (Antw. 1530, beide tezamen uitgeg. Keulen 1578), De orbis divisiom ac insulis (Antw. 1530), en verhandelingen: De principiis, De globe, De orbe, tezamen uitgeg. met nog een ander geschrift, De annuli astronomici usu.(Antw. 1540); voorts Libellus de locorum describendorum ratione (allereerst achter de uitg. van 1533 v/d Appianus verschenen en mede bij die van 1540 gevoegd), De radio astronomico et geometrico (Antw. en Leuven 1545); De astrolabio catholico (Antw. 1556). Ook wordt van hem vermeld een wereldkaart, opgedragen aan Karel V (Leuven 1540) en eindelijk een geneeskundig werk: Consilia quaedam de Arthritide (in een der door Garotius uitgegeven werken, Frankf. 1592). Volgens Hooft en andere historici zou G. zich ook met sterrenwichelarij hebben afgegeven en o. a. den graaf van Hoorne zijn tragisch einde voorspeld hebben.

< >