(graaf) fransch generaal geb. 27 April 1771 te Colmar, trad 1788 in dienst bij het fransche leger, maakte de oorlogen der revolutie en de egyptische expeditie mede en werd 1800 adjudant van Napoleon, 1804 brigadegeneraal, 1805 divisiegeneraal en was 1807—9 gouverneur van Dantzig. Bij Aspern (22 Mei 1809) onderscheidde hij zich door de leiding van een bajonetaanval; 12 Oct. verhinderde hij den moordaanslag van Stap op Napoleon en werd daarop tot graaf verheven.
In den veldtocht tegen Rusland 1812 onderscheidde hij zich meermalen en werd bij den terugtocht vooruitgezonden naar Dantzig, om daar het overschot van het leger te verzamelen; R. werd aldaar weldra ingesleten en verdedigde de vesting zoo dapper mogelijk, totdat hij in Jan. 1814 door gebrek tot de overgave gedwongen werd. Tijdens de Honderd dagen ging hij tot Napoleon over en kreeg van hem het bevel over het Rijnleger, doch Werd door de Oostenrijkers naar Straatsburg teruggedrongen, waar hij een wapenstilstand sloot. Na de tweede Restauratie begaf R. zich naar zijn landgoed in het kanton Aargau; hij keerde 1817 naar Frankrijk terug, werd pair, kamerheer en luitenant-generaal der cavalerie. Hg overl. 8 Nov. 1821 op zijn landgoed Reinweiler bij Lörrach in Baden. Hij liet Mémoires (Parijs 1823) na.
