Gepubliceerd op 23-02-2021

Jean léon jaurès

betekenis & definitie

fransch politikus, neef van den vorige, geb. 3 Sept. 1859 te Castres (departemant Tarn), stud. 1878—81 te Parijs in de philosophie, was gedurende twee jaren leeraar aan het lyceum te Albi en werd in 1883 hoogleeraar in de philosophie te Toulouse. J., die omstreeks dezen tijd tevens deel begon te nemen aan het politieke leven, aanvaardde in 1885 een kandidatuur voor de Tweede kamer, hem door de links-republikeinen in Tarn aangeboden, en werd gekozen; in 1889 viel hij uit, waarop hij naar Toulouse terugkeerde; hij kreeg hier zitting in den gemeenteraad en nam deel aan de oprichting van de medische academie aldaar.

Omstreeks denzelfden tijd begon hij zich op de studie der socialistische ideeën toe te leggen, trad bij een werkstaking der glasblazers van Carmaux voor ’t eerst als agitator op, en werd 1893 te Albi weer tot afgevaardigde gekozen; in 1898 opnieuw uitgevallen, werd hij in 1902 weer gekozen. J. behoort tot de beste parlementaire redenaars; hij is de eerste franschman geweest, die in een regeeringslichaam openlijk de revanche-idee heeft bestreden. Hij is de leider der parti socialiste français, die de minst révolutionnaire socialisten in Frankrijk omvat, en bij de verkiezingen van 1902 32 kamerzetels verkreeg. Tot 1903 hoofdredacteur van de „Petite République”, richtte hij in 1904 het blad „Humanité” op. Hij schreef, behalve artikelen in bladen en tijdschriften: De primis socialismi germanici apud Lutherum, Kant, Fichte et Hegel (Parijs 1891), De la réalité du monde sensible (ald. 1891), Histoire socialiste 1789—1900 (ald. 1901).

< >